Met een optimale opfok laat je de fokkerij-inspanningen tot zijn recht komen als het kalf eenmaal als koe aan de melk komt. Ook bij de opfok kijken we vanuit de drie hoofdfactoren volgens het KBL-principe. Waar de balans ligt is afhankelijk van de doelen en de bedrijfskenmerken. In de WERKWIJZER JONGVEE-OPFOK, zijn de belangrijkste aandachtspunten aangegeven.
De opfok is tot op zekere hoogte bedrijfsspecifiek. Er is de afgelopen jaren in onderzoek en praktijk veel aandacht besteed en met resultaat. Maar wat we vaak zien is dat teveel wordt gekeken naar het jongvee op het moment zelf, vanaf de geboorte tot het afkalven, en te weinig naar het perspectief op de langere termijn onder invloed van allerlei omstandigheden. Eigenlijk begint het al vroeger dan vanaf de geboorte omdat de zogenaamde maternale invloeden tijdens de dracht al de ontwikkeling van het embryo en het kalf mede bepalen, soms generaties lang.
Dus streven naar een maximale groei en vroeg afkalven is lang niet altijd de juiste focus. De vraag is welke afkalfleeftijd op het bedrijf past bij een economisch optimale (bedrijfsspecifieke) levensduur. En daarna welke levensduur en productie daarbij passen. Dus ook hier geldt: voor een optimale opfok werk je met eigen doelen en vanuit verschillende KBL-disciplines.
In het hoofdstuk Jongveeopfok van het kennisplatform bovenin de menubalk vind je meer informatie. Met voorbeelden, aandachtspunten en tips. Wil je op de hoogte blijven van de nieuwste inzichten en onderzoeksresultaten, meld je dan aan voor de Nieuwsbrief.

