Levensduurontwikkeling: een voorbeeld uit de praktijk

Enkele jaren geleden werd vanuit de sector nog gedacht dat “we het wel eventjes zouden doen”, die levensduurverlenging. Valacon liet in haar eerste symposium over levensduur in 2011 al zien dat het veel tijd vraagt om een stabiele, duurzame veestapel op te bouwen. Het zou zeker niet vanzelf gaan. De studiegroepen boekten gemiddeld een maand extra levensduur per jaar. In de pilot Geef-ze-de-vijf was dat vanwege een andere, effectievere aanpak ca. 2,5 maand. Bij elke volgende MPR kun je zien hoe de leeftijd zich ontwikkelt en kun je op basis daarvan de afvoerleeftijd voor de langere termijn inschatten. Hoe de levensduur zich over een langere periode kan ontwikkelen, laten we hier zien aan de hand van de situatie op melkveebedrijf Eelshuis in het Groningse Siddeburen dat gestructureerd heeft gewerkt aan optimalisatie van het bedrijf waarbij stap voor stap maatregelen zijn doorgevoerd en de levensduur is toegenomen.

Flinke schommelingen in de afvoerleeftijd
In de praktijk zien we dat de afvoerleeftijd, de maat waarmee de Duurzame Zuivelketen meet, sterk kan schommelen. Voor melkveehouders vaak een verrassing als de afvoerleeftijd ineens sterk daalt, terwijl ze het idee hebben dat de levensduur op het bedrijf toeneemt. Maar die twee horen bij elkaar: de toename van de levensduur en de sterke schommelingen in de afvoerleeftijd. In de figuren hierna zijn de leeftijd en de levensproductie van zowel de veestapel als die van de afgevoerde koeien weergegeven. Te zien is dat de afvoerleeftijd en levensproductie bij afvoer sterk schommelen terwijl de gemiddelde leeftijd en levensproductie dat veel minder doen. Dat komt omdat de kleine groep met afgevoerde koeien, die steeds kleiner wordt, steeds minder invloed heeft op het gemiddelde van de koeien in de stal omdat die groep in verhouding groter wordt. En er komt een moment dat er een evenwicht ontstaat als de beoogde levensduur is bereikt. Afgezien natuurlijk van onverwachte gebeurtenissen.

Verschil tussen gemiddelde leeftijd en afvoerleeftijd wordt steeds groter
Op het bedrijf zijn geleidelijk aan steeds meer 100-tonners gekomen en als die afgevoerd worden is er een piek in de gemiddelde afvoerleeftijd terwijl de gemiddelde leeftijd daar nauwelijks door wordt beïnvloed. De leeftijd van het koppel stijgt gelijkmatiger, zonder sterke schommelingen. Maar ook is te zien dat met de jaren het verschil tussen de gemiddelde actuele leeftijd en de gemiddelde afvoerleeftijd steeds groter wordt. Bij een gemiddelde afvoerleeftijd van 5 lactaties (ruim 7 jaar inclusief de opfok) wordt het verschil ca. 2 jaar. Bij een gemiddelde actuele leeftijd van 5 lactaties (afvoerleeftijd ca. 9,5 jaar) loopt het verschil op tot wel 3 jaar. Hetzelfde zien we bij de gemiddelde levensproductie. Maar de relatief sterke schommelingen in de afvoerleeftijd blijft. Om de pieken wat af te vlakken wordt bij de Duurzame Zuivelketen uitgegaan van het drie jaar voortschrijdend gemiddelde.

Overzicht van de achtereenvolgende maatregelen genomen in de loop der jaren op melkveebedrijf Eelshuis.

Jongvee en fokkerij

Oorspronkelijk werd op het bedrijf met name op INET gefokt. Die strategie is verlaten om meer op levensduur en levensduurkenmerken, gecombineerd productie te kunnen selecteren. In de loop van de tijd is de hoeveelheid jongvee steeds verder afgebouwd tot 5,2 per 10 melkkoeien in 2019 en door de ruimte die ontstaat in het jongvee komt er meer ruimte voor strenge selectie en het experimenteren met nieuw bloed zoals een ander veeslag of ras. Eelshuis experimenteerde onder meer British Friesian (BF) en MRIJ. Er worden alleen bewezen fokstieren gebruikt en op 65% van de koeien wordt BWB ingezet. Sinds 2009 wordt de aAa-methode toegepast en wordt één keer per jaar een stierenlijst gemaakt. Aanvankelijk had het bedrijf zo nu en dan een 100-tonner, dat werden er één per jaar en is opgelopen tot bijna 2 per jaar.

Figuur: Het vervangingspercentage, de instroom en het stuks jongvee per 10 melkkoeien in de loop der jaren op het bedrijf Eelshuis

Consequent blijven.

Het is belangrijk om helder voor ogen te hebben wat je wilt bereiken en daar de juiste stappen voor te zetten. En wanneer maatregelen zijn doorgevoerd en “gewoon” zijn geworden, ervoor te waken dat de aandacht niet verslapt. De kunst is om het zodanig te integreren in je dagelijkse bedrijfsvoering dat het als vanzelf wordt meegenomen. Vaste dagen, vaste tijden, handige momenten of combineren met andere werkzaamheden kunnen je daarbij helpen om het niet te ervaren als extra werk maar als anders werken.

Melkveebedrijf Eelshuis in Siddeburen, Groningen.