De gevolgen voor de verborgen kosten

Verborgen kosten zijn de kosten die, eenvoudig gezegd, niet direct in de boekhouding zichtbaar zijn. Er komt geen rekening van. Het gaat om het verlies aan inkomen als gevolg van allerlei gezondheidsproblemen en niet-optimale omstandigheden. De belangrijkste gevolgen zijn een lagere productie en een kortere levensduur die behoorlijk wat melk kosten. Er zijn ook indirecte effecten zoals stress door bepaalde omstandigheden of gedrag die uiteindelijk melkderving kunnen veroorzaken. In de praktijk wordt dat vaak zichtbaar als de omstandigheden bij renovatie op nieuwbouw worden verbeterd. De productie neemt dan vaak (flink) toe. Wat zijn nu die verborgen kosten als we die op de levensduur betrekken?

  • Door de kortere levensduur ligt de gemiddelde productie lager.
  • Omdat er meer vaarzen in het koppel lopen vermindert dat de voerefficiëntie.
  • Als gevolg van de niet optimale gezondheid, welzijn en omstandigheden blijft de productie onder het niveau van de genetische potentie.
  • Als gevolg van de problemen wordt een deel van de opgenomen energie uit voer gebruikt voor afweer en herstel en is dus niet beschikbaar voor de melkproductie.
  • Sommige problemen, zoals conditieverval of -toename, (hitte)stress en energietekort verminderen de productie en de vruchtbaarheid en veroorzaken hogere inseminatiekosten.
  • Niet -optimale omstandigheden kunnen tot een verminderde weerstand leiden en een grotere kans op aandoeningen die geld en melk kosten.
  • Uiteindelijk kunnen veel van die problemen leiden tot een verhoogde kans op gedwongen afvoer wat de opfokkosten en vervangingskosten verhoogt.

Van verborgen kosten naar rendement

Het omgekeerde van verborgen kosten noemen we wel het verborgen rendement: de extra inkomsten als we de problemen kunnen voorkomen. De ervaringen uit de pilot Geef-ze-de-vijf laat zien dat de combinatie van gezondheidsverbetering en levensduurverlenging tot wel 90.000 kg melk extra op kan leveren op een gemiddeld bedrijf met rond de 110 koeien. Zonder de bijkomende kosten. Alle reden dus om er serieus werk van te maken. Veel problemen kunnen weer tot andere gezondheidsproblemen of tot vruchtbaarheidsproblemen leiden. Daarmee loopt de kans op vervroegde afvoer en de kosten nog eens extra op. De uiteindelijke kosten voor een individuele koe kunnen daarmee oplopen tot ver boven de €500 euro. In de tabel is voor een voorbeeldsituatie uit de praktijk een berekening gemaakt van de economische schade, mede in relatie tot de dierenartskosten. Duidelijk is dat extra inzet van de dierenarts zonder meer lonend is. Daarbij komt ook nog eens dat de voerefficiëntie flink verbeterd wordt bij een betere gezondheid.
In de figuur is schematisch aangegeven hoe de opgenomen energie wordt herverdeeld als koeien gezonder en ouder worden. Een groter deel van de opgenomen energie kan worden besteed aan de melkproductie. Met als gevolg een hogere efficiëntie en meer rendement.

Schematisch weergave hoe de opgenomen energie wordt herverdeeld als koeien gezonder en ouder worden.

Enkele voorbeelden

Klauwgezondheid en productieverlies
Bij problemen met de klauwgezondheid is het niet veel anders. De productieverliezen bij vaarzen kunnen oplopen tot meer 1.200 kg per koe. Bij oudere koeien is de productie hoger en de kans op problemen groter. Omgerekend kan het verlies op koppelniveau oplopen tot 4% of meer. De (economische) verliezen kunnen dan fors oplopen. Daar bovenop komen nog de vervangingskosten bij vervroegde afvoer.

Celgetal, mastitis en productieverlies
Er bestaat een vrij sterk verband tussen de hoogte van het celgetal (subklinische mastitis) en het productieverlies. Het totale verlies kan al snel 4% van de totale productie bedragen. Op koppelniveau komt het verlies vanaf een celgetal van 300.000 in de buurt 1 kg melk of meer  per koe per dag. Ook mastitis veroorzaakt flinke verliezen. De verliezen kunnen oplopen tot wel 300 kg aan het begin van de lactatie tot meer dan 900 kg in de late lactatie. Gemiddeld doen zich ca. 35% van de mastitisgevallen voor in de transitieperiode en dat neem af tot ca. 15% in de late lactatie. Uit meerdere studies komen verliezen van 5% tot 10% van de productie naar voren. Komt (subklinische) mastitis voor in de transitieperiode dan is de uiteindelijke schade het grootst en ook de kans op afvoer is dan relatief hoog. Het effect gedurende de lactatie is ook langer merkbaar en daarmee is ook de economische schade groter.

Rekenvoorbeeld van de economische schade van (subklinische) mastitis en klauwproblemen (diverse bronnen)

Verborgen kunnen letterlijk verborgen blijven als er geen beeld is van wat er kan gebeuren bij problemen. Kijk voor meer voorbeelden en informatie over de gevolgen van problemen voor de verborgen kosten en de levensduur in deze VERDIEPING

Aandachtspunten en tips:

  • De verborgen kosten komen niet alleen van de koeien, maar ook van een niet-optimale opfok. Problemen kunnen lang doorwerken en de productie en het rendement van het melkvee onder druk zetten.
  • In principe leidt elke druk op de gezondheid, het welzijn, het stressniveau en het afweersysteem tot een lagere productie. Het zijn allemaal fenomenen die energie vragen om de balans te bewaren.
  • Gezondheidsmaatregelen die op hun beurt ook weer (veel) energie vragen kun je beter vermijden, zoals bijvoorbeeld koppelbehandelingen van koeien die veel onrust en stress veroorzaken.
  • Rustig en lang genoeg liggen vraagt de minste energie dus helpt voldoende ligruimte met comfort de productie op pijl te houden.
  • Routinematig werken met een herkenbaar patroon voor de koeien geeft rust en kost de koeien minder energie dan onregelmatig werken.

Bronnen:

  • Chen, H. et al., 2020. Estimated milk loss based on somatic cell count at the the cow level end herd level.
  • Puerto, M.A. et al., 2020. The hidden costs of disease: 1. The impact of the first incidence of mastitis on production and economic indicators of primiparous cows.
  • Puerto, M.A. et al., 2020. The hidden costs of disease: II The impact of the first incidence of lameness on production and economic indicators of primiparous dairy cows.
  • Beaudeau F. et al,. 2000. Effect of health disorders on culling in dairy cows.
  • Huijps, A.C. et al., Costs of mastitis: Facts and perception.
  • Aghamohammadi, M. et al., 2018. Herd-level mastitis-associated costs on Canadian dairy farms.
  • Hagnestam, C. et al., 2007. Yield losses associated with clinical mastitis occurring in different weeks of lactation.
  • Ósvári, L., 20017. Economic cost of lameness in dairy cattle herds.
  • Willshire, J.A. and N.J. Bell, 2009. An economic review of cattle lameness.
  • Charfeddine, N and M.A. Pérez-Cabal, 2017. Effect of claw disorders on milk production, fertility, and longevity, and their economic impact in Spanish Holstein cows.
  • Barkema, H.W. et al., 1994. The effects of lameness on reproductive performance, milk production, and culling in Dutch dairy farms.
  • Amory, J.R. et al., 2008. Associations between sole ulcer, white line disease and digital dermatitis and the milk yield of 1824 dairy cows on 30 dairy cow farms in England and Wales from February 2003 – November 2004.