De gevolgen van levensduur voor arbeid en tijd

Door erfbetreders wordt vaak aangegeven dat melkveehouders afhoudend zouden zijn omdat ze verwachten meer werk te krijgen en dus meer tijd nodig hebben. En die is er vaak niet. De verwachting is dan dat levensduurverlenging extra tijd vraagt omdat er meer problemen te verwachten zouden zijn. Het lijkt er kennelijk op dat melkveehoudersdenken “levensduur erbij te moeten doen”, terwijl het niets meer is dan in de bedrijfsvoering rekening houden met zaken die de levensduur beïnvloeden. Het komt er in de praktijk vaak op neer dat je anders gaat werken en dat problemen verschuiven naar de oudere koeien, maar het worden er niet méér.

Waar wordt de tijd aan besteed?

Voor een analyse van de tijdbesteding op melkveebedrijven gebruiken we de gegevens van ruim 100 melkveebedrijven met een gemiddelde omvang van 125 melkkoeien, verspreid over Nederland, waarvan door Valacon in de periode 2013-2017 gedetailleerde arbeidsanalyses zijn gemaakt. In de onderstaande cirkeldiagram is de tijdverdeling aangegeven, met een uitsnede van de tijd die aan de zorg wordt besteed.

Uit de analyse blijkt dat maar liefst 92 uur per week aan het bedrijf wordt besteed. Volgens de LEI-norm zouden 2,8 volwaardige arbeidskrachten nodig zijn, maar in de praktijk zijn het er 1,2 op voltijdsbasis. De totale tijdbesteding per koe was gemiddeld 38 uur. Ca. 60% van de tijd wordt besteed aan het melkvee en ongeveer 15% aan het jongvee. Zorg voor de koeien is slechts 10% van de totale tijdsbesteding. Exclusief het schoonmaken van de ligboxen en werkzaamheden rond insemineren, vraagt de gezondheidszorg/verzorging met 3,4% relatief weinig tijd. Aan de droge koeien wordt relatief weinig tijd besteed. Aan de ca. 11% van de koeien wordt slechts 3,6% van de tijd besteed. De gemiddelde tijdbesteding voor het melken is gemiddeld ca. 30% van het totaal. De voeding met ruwvoer vraagt relatief veel tijd. Daarvan vragen het uitkuilen en mengen veel tijd ook al wordt tijdens het mengen vaak ander werk gedaan.

Verschillen in levensduur en tijdbesteding

Om een indruk te kunnen krijgen wat mogelijke verschillen in tijdbesteding zijn als gevolg van verschillen in levensduur, is de gemiddelde tijdbesteding van de 25% van de melkveebedrijven met de kortste levensduur van de veestapel vergeleken met die van de 25% met de langste levensduur. Uit de vergelijking kunnen we voor de bedrijven met de langste levensduur van de veestapel het volgende afleiden:

  • De bedrijven houden gemiddeld 23 koeien minder, de koeien worden gemiddeld een jaar ouder, de levensproductie bij afvoer ligt ruim 8.600 kg melk hoger.
  • De totaal bestede tijd is vergelijkbaar, maar omgerekend besteden ze in totaal 6 uur meer tijd per koe.
  • Ze houden minder jongvee aan maar de tijdbesteding per stuks jongvee ligt 3,7 uur hoger.
  • Door de schaalgrootte zijn ze iets minder efficiënt: per koe wordt ca. 2 uur meer tijd besteed aan melken.
  • Al met al zijn de bedrijven met de langste levensduur meer met hun vee bezig dan de bedrijven met de kortste levensduur.

Aangrijpingspunten voor arbeid- en tijdbesparing

Iedereen heeft evenveel tijd, maar niet iedereen wil hetzelfde en evenveel doen in die tijd. Tijd is een gegeven waar niets aan te veranderen is, je kunt wel de tijdbesteding veranderen. Waar liggen de aangrijpingspunten? Stel je daarbij vooral de vraag hoe je het werk zodanig kunt organiseren dat je alles wat je zou moeten doen ook binnen de beschikbare tijd goed kunt doen. In de cirkelfiguur links zijn de belangrijkste punten aangegeven waar de tijdbesteding van afhankelijk is. Het gaat dus niet alleen om het werk zelf, maar vooral over de inrichting en de voorzieningen rond het werk om het efficiënt en goed te doen. En of er voldoende kennis en vaardigheden zijn om het goed te kunnen doen. Ook per diergroep kan op deze manier na worden gegaan welke factoren een rol spelen.

Analyse per diergroep

Om meer inzicht te geven in waar mogelijke verschillen in de tijdbesteding vandaan komen, maken we een vergelijking van het gemiddelde (Normbedrijf) met een concreet praktijkbedrijf (Voorbeeldbedrijf), met een jaar langere levensduur. Voor het overige zijn het Normbedrijf en het Voorbeeldbedrijf vergelijkbaar. Toch besteed het Voorbeeldbedrijf ca. 1.200 uren minder tijd. In verhouding (%) loopt de tijdbesteding per onderdeel niet zoveel uiteen maar wel in het aantal uren. Zo wordt zowel aan de melkkoeien, de droge koeien en het jongvee aanzienlijk minder tijd besteed dan gemiddeld. Ook veel minder aan organisatie en administratie. We geven van de belangrijkste groepen aan waar de verschillen vandaan komen.

“Optimalisatie kan me meer dan 365 uur per jaar opleveren, een uur per dag! Dus ik reserveer die tijd voor de zorg om mijn doel te bereiken, dat is net zo belangrijk als melken“.

De droge koeien

In verhouding tot de totale tijdbesteding bij de koeien, wordt op het Normbedrijf per droge koe 4% van de totale tijd besteed en bijna 8% van de tijd voor het melkvee. Gemiddeld is dat 6% en 11%. Aan alle andere onderdelen wordt in verhouding meer tijd besteed. Met name voor de verzorging en rond de geboorte. Bij het kalven gaat het om de tijd die het kost om te helpen bij zware kalvingen, nazorg, voeren, eerste melkbeurt, kalf weghalen, etc. Op het voorbeeldbedrijf verloopt het kalven makkelijker en efficiënter, mede door een goede conditiebeheersing en fokkerij. Het bedrijf voert de doge koeien slechts een keer per drie dagen zonder dat de koeien daaronder leiden. Bovendien zijn het uitmesten en instrooien van het strohok goed georganiseerd en kost dat in verhouding weinig tijd. Het strohok is zodanig geplaatst dat de meeste werkzaamheden gemechaniseerd uitgevoerd kunnen worden. De ligging van het strohok zorgt voor weinig gesleep met het kalf, voer, water, etc.

De melkkoeien

Het Voorbeeldbedrijf besteedt 21,3 uur per koe per jaar aan het melken en het Normbedrijf 26,6 uur. Weliswaar wordt op het Normbedrijf meer gemolken per aanwezige VAK omdat die meer uren maken, maar het gaat minder efficiënt dan op het Voorbeeldbedrijf. Voor het voeren en de reproductie is de tijdbesteding vergelijkbaar. Bij het weiden zien we een groot verschil. Er wordt op het Voorbeeldbedrijf anders geweid en ook dicht aan huis met een optimale kavelindeling en een automatisch gestuurde in- en uitloop. Er is ook een groot verschil bij het onderdeel verzorging. De gezondheidskosten op het Voorbeeldbedrijf zijn laag terwijl de gemiddelde afvoerleeftijd een jaar hoger is dan bij het Normbedrijf. Kennelijk kan het Voorbeeldbedrijf met een lagere inzet van dierenarts en medicijnen, toch een langere levensduur bereiken. Door voldoende aandacht en zorg blijven de koeien gezonder en functioneren ze beter.

Het jongvee

Na het melkvee vraagt het jongvee de meeste tijd. Van de tijd die direct aan de veestapel wordt besteed is 15% tot 25% voor het jongvee. Aan de stierkalveren wordt op het Normbedrijf drie keer zoveel tijd besteed als op het Voorbeeldbedrijf. De huisvesting bij de stierkalveren is op het Voorbeeldbedrijf eenvoudig maar doelmatig ingericht. De gehele biestperiode van ongeveer drie dagen op het Voorbeeldbedrijf, vraagt ruim 20% minder tijd dan op het Normbedrijf. Het werk in de periode na de biest totdat ze worden overgezet op de roosters met ligboxen, vraagt op beide bedrijven ongeveer evenveel tijd, maar per onderdeel zijn er grote verschillen. Op het Voorbeeldbedrijf zijn de kalveren in de eenlinghokken op een aparte plaats gehuisvest, met kortere looplijnen en dat kost veel minder tijd. Bovendien vraagt het schoonmaken minder tijd. Het overzetten naar de stal kost per dier door een doelmatige inrichting op het Voorbeeldbedrijf beduidend minder tijd dan op het Normbedrijf. Het reproductiemanagement vraagt op het Voorbeeldbedrijf meer tijd per dier. Voornaamste reden is dat de kalveren al voor insemineren geweid worden, waardoor de tochtdetectie meer tijd kost. Het weiden gebeurt bovendien op percelen op afstand, wat mede de hogere arbeidsbehoefte verklaart.

Anders organiseren

Het is goed om na te gaan waar het “gebrek aan tijd” vandaan komt. Is er teveel te doen? Worden de juiste dingen op het juiste moment en op de juiste manier gedaan? zijn er teveel verstoringen? Wat kan anders en wat moet voorrang hebben? Wordt het werk gewaardeerd en wordt je gemotiveerd of zie je er juist tegenop? Zijn er eventueel alternatieven? Kijk eens heel kritisch naar de bedrijfsvoering.

Aandachtspunten en tips

  • Levensduurverlenging is geen aparte activiteit en vraagt geen extra arbeid. Het kan in het begin iets meer tijd vragen, daarna gaat het gemakkelijker.
  • Bespaar daar nooit op aandacht in de biest- en de melkperiode, de belangrijkste perioden van de jongveeopfok. Het vraagt veel tijd en met optimalisatie kun je veel tijd besparen.
  • Richt de huisvesting doelmatig in. Je kunt veel tijd besparen met het verzorgen, overzetten, het uitmesten en schoonmaken.
  • Geef preventie de veel aandacht. Voorkomen van de problemen kost aanzienlijk minder dan behandelen.
  • De arbeidsbesparing bij een vroege selectie van het overbodige jongvee kan oplopen tot wel een uur of meer per dag.
  • Een langere tussenkalftijd leidt tot minder kalvingen en bespaart aan zorg en problemen rond de geboorte. Als het productieniveau en de persistentie het toelaten, kan het tot meer dan 10% van de tijd besparen.
  • Hoewel weiden voor jongvee sterk aan te bevelen is, kost het ook de nodige tijd met name bij weiden op afstand. Richt het goed om tijd te besparen.
  • 20% minder kalveren opfokken betekent niet dat 20% van de tijd wordt bespaard. Bedrijven met een langere levensduur van de veestapel besteden gemiddeld meer tijd aan de opfok.
  • Op praktisch alle bedrijven met een melkstal neemt melken de meeste tijd in beslag. Kijk eerst eens goed naar het proces rond het melken zoals zoals koeien ophalen, voorbereiden en schoonmaken. Daar is vaak winst te halen.
  • Compenseer een hoge werkdruk niet door minder tijd te besteden aan andere onderdelen. Overweeg uitbesteden.
  • Als je voldoende tijd hebt, is de noodzaak om efficiënter te werken minder groot. Besteed er toch aandacht aan, het kan van pas komen.
  • Vergelijk het bedrijf nooit met een willekeurig bedrijf. Zoek overeenkomsten in bedrijfsgrootte, melksysteem, productie en levensduur.
  • Jongvee vraagt relatief veel tijd. Met het strenger selecteren van overbodig jongvee kan dat worden verminderd maar niet evenredig aangezien de opfok in de eerste weken relatief veel tijd vraagt.
  • Bij de arbeidspieken door bijvoorbeeld het landwerk of verbouwen, kunnen de werkzaamheden voor de veestapel flink in de verdrukking komen. Je kunt sneller iets verliezen dan weer terugverdienen dus schakel tijdig hulp in.
  • Goed boeren betekent (juist) niet alles zelf doen. Een goede taakverdeling en goede afspraken met erfbetreders bespaart je veel tijd.
  • Houd als ondernemer grip op de organisatie en de planning en neem een vaste tijd om met erfbetreders te overleggen.
  • Deelnemen aan studieclubs en bijwonen van lezingen zijn onmisbaar voor goede contacten het leren van collega’s en specialisten. Ga goed na wat ze je opleveren wat je ervan verwacht.
  • Automatisering is een van de mogelijkheden om flink op arbeid te kunnen besparen. Maar arbeidsverlichting leidt niet altijd tot een evenredige arbeidsbesparing.
  • Zorg voor de juiste opstelling en plaatsing van apparatuur, gereedschap en dergelijke. Zoals de klauwbehandelbox bij de melkstal. Zorg dat gereedschap steeds binnen bereik en op dezelfde plaats ligt. Zorg dat personeel dezelfde ordening, routines en protocollen volgt. Hoe meer mensen hoe belangrijker.
  • Doe niet teveel landwerk zelf, uitbesteden hoort ook bij goed boeren. Bedrijven met veel landwerk leveren bij het melkvee vaak in ten koste van de levensduur.
  • a altijd goed na of je meer geld kunt verdienen of kosten kunt besparen met zelf doen of met uitbesteden.
  • Heb je eenmaal een gezonde veestapel met een lange levensduur, dan kun je veel tijd besparen en plezierig werken.
  • Hard werken is wat anders dan efficiënt werken. Let ook op uw sociale duurzaamheid.

Resultaten van de arbeidsanalyse van 100 praktijkbedrijven door Valacon