Zonder goede reproductie geen levensproductie

Een belangrijke afvoerreden is in de praktijk het niet of te laat drachtig worden als gevolg van veel meer dan de genetische aanleg van de koe. Wat in de praktijk vruchtbaarheid wordt genoemd is in een feite een combinatie van de biologische vruchtbaarheid van de koe en het management eromheen.
In de WERKWIJZER REPRODUCTIE EN VRUCHTBAARHEID, wordt ingegaan op dit thema en zijn de belangrijkste aandachtspunten aangegeven.

Het gaat om factoren als de genetische aanleg voor vruchtbaarheid, de kwaliteit van eierstokken en de baarmoeder, de aanleg voor cysten en voor tweelingen, de hoogte van de melkproductie en persistentie, en daarnaast om de voeding (energievoorziening), de huisvesting, de tochtdetectie, het insemineren en niet te vergeten de jongveeopfok. Hoe krijg je een koe die biologisch een goede vruchtbaarheid heeft onder de gegeven omstandigheden drachtig op het moment dat de melkveehouder dat wil. Een goede reproductie  vraagt een integrale benadering, vanuit de verschillende disciplines. Volgens het KBL-principe dus.

Uit praktijkverkenningen in 2019 bleek dat met name bij koppels met een bovengemiddelde levensduur de problemen met de reproductie de belangrijkste redenen voor afvoer waren. Er komt een moment dat oude koeien (biologisch) niet meer drachtig worden maar sommige koeien doen daar veel langer over dan andere. Uit verkenningen in 2005 bleek het juist op bedrijven met een gemiddeld kortere levensduur de belangrijkste reden voor afvoer. Met de jaren is steeds meer aandacht gekomen voor de invloeden vanuit de omgeving en ook is er in de fokkerij voortdurend aandacht aan besteed. Aanvankelijk werd een goede reproductie gekoppeld aan een korte tussenkalftijd. De stelling was dat elke dag later drachtig geld kost, maar dat ligt veel genuanceerder. Tegenwoordig kijken we veel integraler naar dit onderwerp: naar de kans op problemen in de transitie, naar hoe we de aanleg voor persistentie kunnen vergroten om extreme piekproducties te vermijden en naar het verloop van de conditie. Met de meer integrale blik komen we vaak uit op een koe-specifieke tussenkalftijd. Ook wel “lactatie op maat” genoemd.

Wil je dieper ingaan op dit onderwerp, dan vind je meer informatie in hoofdstuk MELKVEE bovenin de menubalk. Met voorbeelden, aandachtspunten en tips.
Wil je op de hoogte blijven van de nieuwste inzichten en onderzoeksresultaten, meld je dan aan voor de Nieuwsbrief.