De transitie is wellicht de grootste uitdaging voor de levensduur. Problemen in de transitie zijn voor 70% verantwoordelijk voor de gedwongen afvoer en begint al bij het droogzetten.
In de WERKWIJZER DROOGZETTEN EN DROOGSTAND, wordt ingegaan op dit thema en zijn de belangrijkste aandachtspunten aangegeven.
Voor de transitieperiode wordt doorgaan de periode van enkele weken voor afkalven tot ongeveer 80 dagen in lactatie aangehouden. Omdat het droogstandsmanagement, vanaf droogzetten al een rol kan spelen, hanteren we hier een ruimere periode: van droogzetten tot 100 dagen in lactatie onderverdeeld in droogzetten en droogstand, afkalven en start en de eerste 100 dagen in lactatie. Droogzetten blijft een secuur werk vanwege de mogelijke problemen met de uiergezondheid. Problemen met een hoog celgetal (subklinische mastitis) of uierontsteking (klinische mastitis) in de eerste 50 lactatiedagen zijn voor ongeveer 70% te herleiden naar het droogzetten en de droogstand. Bij problemen in de eerste 100 lactatiedagen is dit nog steeds 50%. Met de juiste droogzetstrategie kun je veel kosten en tijd besparen. Ongeveer de helft van het aantal mastitisgevallen komt voort uit de droogstand.
In het hoofdstuk Melkvee van het kennisplatform bovenin de menubalk gaan we er dieper op in. Met voorbeelden, aandachtspunten en tips. Wil je op de hoogte blijven van de nieuwste inzichten en onderzoeksresultaten, meld je dan aan voor de Nieuwsbrief.

