Investeringsstrategie voor levensduur

Wat de economische gevolgen van een langere levensduur zijn kunnen we redelijk goed inschatten. Maar wat een specifieke maatregel voor effect op de levensduur heeft is lastiger aan te geven. Dat hangt sterk af van de soort maatregelen en de samenhang met andere maatregelen (zie het KBL-principe). Dat bepaalt wanneer en hoeveel er geïnvesteerd moet worden en of en wanneer het zich terugverdient. Het heeft geen zin om lukraak aan de slag te gaan. Hoe kun je een effectieve strategie ontwikkelen om maximaal rendement te halen voor levensduur en economie? We maken daarvoor onderscheid in twee aspecten:

  1. De kosten-effectiviteit. Wat kost een maatregel en wat levert die op voor levensduur en economie?
  2. De termijn-effectiviteit. Hoe snel zie je de resultaten van de maatregel en hoe snel heb je de investering terugverdiend?

Kosten-effectiviteit maatregelen K, B en L.

De kosten-effectiviteit en de termijn-effectiviteit bepalen samen de effectiviteit van de maatregel als geheel

Uiteindelijke gaat het erom wat een maatregel kost en wat hij economisch oplevert, en op welke termijn dat het geval is. In de figuur links is ter illustratie van drie typen willekeurige maatregelen de kosteneffectiviteit weergegeven. Maatregelen die betrekking hebben op de kwaliteit van de koeien (K), op de bedrijfsvoering (B) en op de leefomgeving (L). Hoe groter het vlak hoe meer het oplevert. In de figuur rechts is van elk type de termijneffectiviteit aangegeven: Hoe groter het vlak hoe langer het duurt voordat de resultaten meetbaar worden. Maatregel K levert niet veel op (klein paars vlak links) en het duurt lang (groot paars vak rechts). Maatregel B levert wat meer op (iets groter oranje vak links), en ook op de korte termijn (klein oranje vak rechts). Maatregel L levert flink wat op (groot blauw vak links) en op de middellange termijn (middelgroot blauw vak rechts). Het geheel bepaalt hoe effectief de investeringen zijn en wat een verstandig besluit is. Hierna werken we dat verder uit.

Termijn-effectiviteit van maatregelen K, B, en L

Naar een goede strategie, een praktijkvoorbeeld.

Investeringen in maatregelen (in geld en tijd) op een bepaald moment en in een bepaalde volgorde noemen we de investeringsstrategie voor levensduur. Die is er altijd op gericht om tegen zo laag mogelijke extra kosten de noodzakelijke maatregelen treffen met een zo hoog mogelijk rendement: een betere gezondheid en een langere levensduur, extra inkomen en eventuele andere voordelen. Een proces dat het beste in overleg met de accountant en de andere erfbetreders uitgevoerd kan worden.

We werken hier ter illustratie een praktijkvoorbeeld uit. Het gaat om een bedrijf met een oude stal die dringend aan renovatie toe is. Op meerdere punten zijn de omstandigheden niet optimaal. Omdat er momenteel te weinig financiële ruimte is, is het plan om een kosteneffectieve strategie te bedenken die ook op relatief korte termijn resultaat oplevert. Op die manier wordt financiële ruimte opgebouwd voor duurdere investeringen later. In de tabel rechts staan de huidige situatie en de doelen van het bedrijf. En daaronder enkele belangrijke kengetallen die uit de doelen volgen. Het doel is de afvoerleeftijd te verhogen tot 5 productieve jaren. Omgerekend een 16 maanden hogere afvoerleeftijd. De gemiddelde levensproductie en de levensproductie bij afvoer worden navenant verhoogd. De wens is om dat in 10 jaar te bereiken, wat op basis van de praktijkervaringen haalbaar zou moeten zijn.

Eerste stap: KBL-analyse van problemen en oorzaken.

De eerste stap is aan de hand KBL-analyse zoeken naar de achterliggende oorzaken. In de tabel rechts is de analyse weergegeven. Te zien is dat van de totale afvoer de klauwproblemen het grootste aandeel hebben. De vruchtbaarheid en de uiergezondheid komen op de 2e en 3e plaats. Onder overige aandoeningen vallen bijvoorbeeld melkziekte, slijtage, ongelukken, stofwisselingsproblemen etc. die elk een klein aandeel hebben maar gezamenlijk nog wel 23% uitmaken, het vijfde deel van alle afgevoerde koeien. Bij de aanpak hebben de klauwproblemen de hoogste prioriteit. Het aandeel moet teruggebracht worden tot 11% wat betekent dat het aandeel van de uiergezondheid en vruchtbaarheid toeneemt, maar in aantal afgevoerde koeien wel afneemt. Uiteindelijk wordt het aantal afgevoerde koeien teruggebracht van 30 naar 19 stuks.

Tweede stap: maatregelen en hun effectiviteit

Na de KBL-analyse moet duidelijk worden welke maatregelen genomen zouden moeten worden en wat hun effectiviteit is. Daarbij benadrukken we nog maar eens een keer dat de echte aanleiding ergens anders kan liggen. Zoals voor de klauwproblemen de voeding belangrijk is, maar ook het ligcomfort. Dat geldt ook voor de vruchtbaarheid, daar zijn de voeding en het overzicht in de stal belangrijk. En als ze tochtig zijn is een gladde vloer risicovol. Door de onderlinge samenhang moet je dus altijd breder kijken dan naar alleen het symptoom.
De effectiviteit van de maatregelen meten we daarom ook niet af aan de levensduur bij afvoer, maar aan de tussentijdse resultaten die uiteindelijk bijdragen aan de gezondheid en levensduur van de aanwezige koeien. Dat kan dus al veel eerder zijn dan het effect op de afvoerleeftijd. Daarbij is ook een inschatting gemaakt van de termijn waarop de bijdrage van de maatregelen aan de gezondheid, de kwaliteit en het functioneren in beeld komen: KT=korte termijn (<1 jaar), MT = middellange termijn (2-5 jaar), LT = lange termijn (> 5 jaar).
Daarnaast is de kosteneffectiviteit weergegeven waarbij +++++ betekent dat het veel oplevert en + relatief weinig. Zo blijkt bijvoorbeeld dat de Gouden Regel voor de Levensduur het meest kosteneffectief is (zie ook §2.3). Hij is gratis en kan onmiddellijk toegepast worden en het effect is snel zichtbaar. Dat geldt ook voor de selectie voor zowel de koeien voor de aanfok als voor de afvoer, als aanvulling op de Gouden Regel. Het effect van fokkerijmaatregelen voor klauwgezondheid is pas op de langere termijn goed zichtbaar. De erfelijkheidsgraad is vaak laag en dan duurt het een tijdje. Onderstaand lichten we toe wat de effectiviteit inhoudt. De maatregelen zijn in de tabellen verderop meer in detail weergegeven waarbij ook de effectiviteit is weergegeven.

Derde stap: de prioriteitenvolgorde vaststellen.

Welke maatregelen hebben nu prioriteit? In economisch opzicht zouden de meest kosteneffectieve maatregelen voorrang moeten hebben. Maar sommige maatregelen hebben weinig zin als andere niet genomen worden. Bepaalde maatregelen hebben prioriteit omdat ze echt nodig zijn. Ook al leveren ze op de korte termijn weinig op. De voordelen zullen in de loop van de jaren wel zichtbaar worden en geleidelijk aan worden de kosten terugverdiend. Het is zaak om de juiste inschattingen te maken voor de combinatie van maatregelen, hun volgorde, de kosteneffectiviteit en de termijneffectiviteit. Daarbij moet ook rekening gehouden worden met de neveneffecten zoals minder gederfde melkopbrengsten, minder opfokkosten, meer verkoop van vee etc. (zie ook §3.9).

In de figuur rechts is de combinatie te zien van de kosteneffectiviteit (x-as) en de termijn-effectiviteit (y-as). Maatregelen in de bedrijfsvoering, ook wel managementmaatregelen, zijn het goedkoopst en laten al snel (veel) resultaat zien waarna het direct weer afvlakt. Als die onderdeel worden van dagelijkse bedrijfsvoering zet dat een hele tijd door. Beter wordt het niet en het doel is vasthouden. Nieuwbouw en renovatie zijn kostbaarder en duurt vaak wat langer voordat de maatregelen goed zichtbaar worden en ze zich terugverdienen. Datzelfde geldt voor fokkerij. Met de aAa-methode zie je sneller resultaten dan met de fokwaarden. Het gaat natuurlijk altijd om de combinatie, maar de curve heeft een golvend verloop. Het uiteindelijke resultaat is de optelsom, maar de hoogte van de afzonderlijke voordelen is op elk bedrijf anders. Renovatie van een heel oude stal kan veel meer opleveren dan die van een modernere stal. Daar kunnen in verhouding bijvoorbeeld jongveemaatregelen wat meer opleveren. Hoe beter de situatie is, hoe minder elke volgende stap oplevert. Het meest nog bij de onderdelen die qua optimalisatie achterlopen. Het vraagt dus een goede analyse om het maximale eruit te halen.

We hebben van een reeks maatregelen volgens de KBL-aanpak de kosten bepaald en een inschatting gemaakt van hun effect. De maatregelen zijn in de tabellen hierna uitgebreider weergegeven. In de figuur rechts is het totaaleffect weergegeven waarin de melkopbrengst, de voerkosten, de opfokkosten, de veeverkopen en de jaarlijkse investeringslasten van maatregelen zijn meegenomen. Er is voor ruim € 52.000 geïnvesteerd met een jaarlast (afschrijving, onderhoud, rente) van €4.000 tot ca. €6.600 per jaar. In de eerste periode is het sprake van een negatief resultaat: er is geïnvesteerd maar nog niets terugverdiend. De sterk stijgende lijn in het resultaat is voor 70% gevolg van de stijgende melkproductie door de langere levensduur en de betere gezondheid (verminderde melkderving). Voor 30% dragen de opfokkosten en de veeverkopen bij aan het resultaat. De maatregelkosten zijn in de eerste twee jaren hoger dan de opbrengsten en dalen uiteindelijk tot maar 16% van de opbrengsten.Het oorspronkelijke doel van 9.700 kg melk wordt door de levensduur en de verminderde melkderving met 1.000 kg overschreden. De stijging van het resultaat zwakt af op het moment dat maatregelen hun grootste effect hebben gehad. Na 10 jaar wordt per saldo ruim €40.000 extra per jaar verdiend.

Toelichting op de maatregelen

Fokken

Een van de eerste maatregelen die kunnen worden genomen is het fokbeleid aanpassen. Ze kosten nauwelijks extra geld en kunnen zeer effectief zijn. Maar het duurt wel een aantal jaren voordat ze effect laten zien (van insemineren tot een jaar in productie). De aAa-methode laat vaak al in de eerste generatie grote verschillen zien in de bouw van de koe. Na enkele jaren vlakt dat geleidelijk af omdat koeien meer in balans komen. Er zijn stieren die een verhoogde gevoeligheid voor Mortellaro laten zien die al heel snel goed merkbaar is. Een noemenswaardige verbetering in bijvoorbeeld de uiergezondheid duurt weer wat langer. Een verkeerde stierkeuze kan al snel de vooruitgang teniet doen. Het advies is om een blauwdruk voor het bedrijf te maken waarin alle aandachtspunten voor de fokkerij in zijn opgenomen en die consequent worden meegenomen bij de stierkeuze. Zie ook §6.6.

Selecteren

Fokkerij en selectie gaan altijd samen. Niet elke koe is geschikt om dochters te geven die aan de hogere eisen voldoen. Denk niet dat een stier “het wel even rechtzet”. Uitselecteren is dan een zeer effectieve manier om de mindere genetica uit het bedrijf te halen. Die koeien kunnen dan het best gebruikt worden voor een vleesras. De kalveren brengen dan ook nog het meeste op. Een zeer kosteneffectieve maatregelen die snel de genetica op een hoger niveau brengt. Overigens geldt dat ook bij de selectie van jongvee. Maar als er vaak een vleesras wordt gebruikt dan komt het toch weer aan op de selectie van de beste koeien. De Gouden Regel is ook een krachtige en effectieve manier van selecteren.

De bedrijfsvoering

In verreweg de meeste gevallen is het optimaliseren van de bedrijfsvoering de meest kosteneffectieve maatregel. En bovendien zijn de resultaten al snel merkbaar. Ze kunnen een financiële buffer creëren voor maatregelen die extra investeringen vragen en later genomen worden. In het begin vraagt het op sommige vlakken aanpassing van de arbeidsroutine of werkwijze, meer aandacht voor de koeien e.d. maar ze worden “tijd-neutraal” als ze eenmaal zijn opgenomen in de dagelijkse routines. Bovendien vragen ze relatief weinig tijd vergeleken met de overige werkzaamheden, zoals bij de arbeidsanalyse in §3.8 hebben kunnen zien. Doorgaans zijn de maatregelen die zijn gericht op de periode van droogzetten tot de eerste 100 dagen in lactatie het meest effectief. Daar komen de meeste gezondheidsproblemen uit voort en het grootste uitvalrisico.

De jongveeopfok

Een optimale opfok begint feitelijk al bij de drachtige koe. Zoals met maatregelen voor een goede conditiebeheersing in de droogstand, het voorkomen van hittestress, een goede mineralenvoorziening, de biestproductie en -kwaliteit. Die hebben allemaal effect op de gezondheid en de groei en ontwikkeling van het jongvee en uiteindelijk op de levensduur. Het uiteindelijke resultaat zal pas na minimaal 6 jaar goed meetbaar zijn. Maar het effect van de maatregelen kan ook al eerder gemeten worden aan kengetallen die gecorreleerd zijn aan de levensduur. Zoals een goede ontwikkeling op puberleeftijd en als drachtige pink en een optimale afkalfleeftijd. De ontwikkeling als vaars in relatie tot de melkproductie is ook een kenmerk dat een voorspellende waarde heeft. Weliswaar zien we de resultaten voor de levensduur pas veel later, die voor de gezondheid en vruchtbaarheid zien we al veel eerder.

De leefomgeving

Renovatie of nieuwbouw vragen relatief grote investeringen die zich pas later terugverdienen. In eerste instantie is de bijdrage aan het bedrijfsresultaat negatief. Het gaat daarbij om de vaste lasten zoals rente, onderhoud en aflossing. Maar geleidelijk aan zal het zijn effect hebben op de koeien en zal de economische bijdrage groter worden dan de jaarlijkse kosten. De negatieve kosteneffectiviteit wordt geleidelijk aan omgezet en het duurt even voordat die zijn terugverdiend voordat het volledige resultaat zichtbaar worden. Hoe snel dat gaat en wat het oplevert, dat is afhankelijk van het soort maatregel. Is de bestaande situatie verre van optimaal, dan kan het effect groot zijn. In de praktijk blijkt het verwijderen van de overbodige buitenmuren in combinatie met het verbeteren van ligcomfort al veel op te leveren. In stallen waar bijvoorbeeld de maatvoering van de gangpaden, voerhekken, ligboxen en dergelijke absoluut onvoldoende is, is alleen een grondige aanpak zinvol. Die kan flink bijdragen aan het resultaat. En maatregelen die het klimaat verbeteren en hittestress kunnen voorkomen, zoals een goede lichtvoorziening, een goede luchtdoorstroming en extra ventilatoren. Dergelijke investeringen variëren van investeringen in tijd tot enkele duizenden euro’s. Let wel, hoe beter de omstandigheden in de stal, hoe groter het effect van andere maatregelen zullen zijn. Omgekeerd hebben sommige maatregelen geen of minder effect als de omstandigheden niet optimaal zijn. De prioritering is dus bedrijfsspecifiek.

Aandachtspunten tips

  • Verwar kosten niet met investeringen. Voor maatregelen moet je investeren en dan worden de (jaarlijkse) kosten bepaald door rente, aflossing en onderhoud. Andere maatregelen vragen geen extra investering maar wel gebruikskosten. En soms vragen ze beide. Het gaat erom wat ze uiteindelijk opleveren. Een goede investering verdient zich altijd terug.
  • Aanpassingen in de bedrijfsvoering (voeding, verzorging) zijn het goedkoopst en laten vaak het snelst resultaat zien.
  • De Gouden Regel beïnvloedt als enige de levensduur op de korte termijn zonder iets te verbeteren aan de gezondheid.
  • Aanpassingen in het gebruik van fokwaarden hebben pas effect op de langere termijn. Blijf ze daarom consequent hanteren.
  • Het gebruik van de Triple-A methode laat vanwege de hoge erfelijkheidsgraad al snel resultaten zien in de bouw en het functioneren.
  • Met eenvoudige aanpassingen valt vaak al flink wat te winnen. Denk aan het anders inrichten van de huisvesting het klimaat van het jongvee voor de pubertijd.
  • Een betere maatvoering en afstelling in combinatie met diepstrooisel en een gebogen schoftboom kan, tegen bescheiden kosten, veel opleveren qua gezondheid en productie en voor de levensduur.
  • Sommige aanpassingen liggen meer voor de hand dan je denkt, zoals het verwijderen van de buitenmuur voor meer licht en lucht.
  • Maak voor een doelgerichte maatregelkeuze een lijst van alle mogelijke maatregelen, groot en klein, en prioriteer ze. Combineer ze met de mogelijke kosten en baten en maak een keuze.
  • Kijk vanwege de samenhang goed naar de logische volgorde van de maatregelen.
  • Als de financiële resultaten van maatregelen zichtbaar worden, dan zullen die in de jaren daarna zichtbaar blijven. Benut die financiële ruimte om de volgende stap te zetten.
  • Bij nieuwbouw of verbouw wordt een grotere investering gevraagd die over meerdere jaren terugverdiend moet worden. Combineer ze met goedkopere maatregelen die snel geld opleveren.