UCD staat voor Udder Cleft Dermatitis ofwel huidaandoening in de uierspleet, dus tussen de voorkwartieren en vaak ook bij de overgang van uier naar buikwand. In de praktijk wordt dan vaak gesproken van uiersmet, maar dat is wat anders. Uiersmet zien we vaak tussen de achterkwartieren en de binnenkant van de benen/dijen van de koe. Een soort schuurplekken die geïnfecteerd raken. Er wordt onderscheid gemaakt in milde en ernstige UCD. Bij milde UCD gaat het om roodverkleuring of korstvorming op de huid die nog wel heel is en bij ernstige UCD om een open wond die soms erg diep kan zijn. Uiteindelijk kan het leiden tot infecties van bloedvaten (vertakkingen van de melkader) en organen zoals de longen vaak met de dood tot gevolg. Ook is wel melding gemaakt van “niet opgemerkte UCD” (geen open wond) maar wel al een uitzaaiing naar de longen en met dodelijke afloop. Het blijft dus opletten.
Uiersmet, wat kun je eraan doen?
Voorkomen in de praktijk
UCD is in steeds meer landen een probleem. In de praktijk komen situaties voor met wel 43% van de koeien in het koppel met milde UCD en tot 33% bij ernstige UCD. Uiersmet is vaak te zien bij koeien (meestal bij vaarzen) met veel zucht in de uier. Uiersmet wordt door andere bacteriën veroorzaakt dan UCD en heeft een ander verloop dan UCD. Hoewel soms ziektekiemen worden gevonden die ook uierontsteking zouden kunnen veroorzaken, is er geen correlatie gevonden van UCD met mastitis of hoog celgetal. Mastitis en hoog celgetal hebben dus een andere achtergrond.
Behandeling
Een effectieve bestrijding is er totnogtoe niet en spontaan genezen komt zelden voor (naar schatting 5,5% van de gevallen). Er is niet slechts één ziektekiem gevonden die verantwoordelijk is voor UCD. Het is zogenaamd multifactorieel, dus met meerdere factoren die een rol spelen, en dat maakt behandelen erg lastig. Suggesties uit het onderzoek zijn:
- Schoonhouden van de uier en eventueel scheren rond de wond;
- Dagelijks schoonmaken met bijvoorbeeld een jodium-oplossing, maar dat is bij veel probleemkoeien wel tijdrovend;
- In een onderzoek zijn koeien behandeld met een enzym-houdende antibacteriële gel (ook bekend uit de humane gezondheidszorg). Behandeling had met name effect bij ernstige UCD en bij jongere koeien;
- Het aanbrengen van een barrière-film bij beginnende (milde) UCD had geen effect.
Geen, milde en ernstige UCD. Beginnende, milde UCD is vaak moeilijk te zien en daarom is het regelmatig controleren belangrijk, bijvoorbeeld met een spiegel tijdens het melken. Ernstige UCD is niet te genezen en daarom is voorkomen de enige echte remedie. (Bron foto’s: Olde Riekerink et al.,2014)

Eerste foto: Uiersmet komt vooral voor in de liesstreek, tussen de achterkwartieren en de binnenkant van de dij. Het heeft een andere oorzaak dan UCD en komt vooral voor bij vaarzen met oedeem in de uier. Foto midden: Met deze uier is de kans op UCD relatief klein met een goede, geleidelijke aanhechting van de vooruier, geen diepe uierspleet en voldoende hoog opgehangen. Derde foto: Deze uier is eerder gevoelig voor UCD: niet elastisch, diep, met diepe uierspleet en geen geleidelijk overgang naar de buikwand.

Hoe te voorkomen?
Het enige wat echt helpt tegen UCD en smet is voorkomen. Uiersmet zien we vaker bij vaarzen met oedeem en kan worden voorkomen door goed op het rantsoen van de vaarzen te letten om oedeem te voorkomen. Bij UCD zijn er twee belangrijke factoren: de uiervorm en de leeftijd van de koe. Uit een studie bleek dat koeien met een diepe uier, grote voorkwartieren en scherpe overgang tussen buikwand en uier meer kans hebben op UCD. Ook bleken koeien met hogere productie meer kans te hebben op UCD. Bedrijven die een voetbad gebruiken bleken gemiddeld minder last van UCD te hebben. De achtergrond daarvan is niet duidelijk. Dat het bij oudere koeien vaker voorkomt is waarschijnlijk het gevolg van een zwakker immuunsysteem en omdat met het ouder worden de uierspleet vaak dieper wordt en de uier dieper wordt. Het is ook lastig te zien als het begint bij de overgang van uier naar buikwand. Omdat het vooral voorkomt op plaatsen met plooien is het aan te raden om met name koeien die deze kenmerken hebben regelmatig met een spiegel te controleren, bijvoorbeeld tijdens het melken of als ze vast staan aan het voerhek. Mogelijke maatregelen zijn:
- Fokken op een betere uierophanging en -vorm is een belangrijke maatregel ter voorkoming van UCD. Fok op een elastisch, vast aangehecht vooruier met een geleidelijke overgang naar de buik (voor aAa-code kwaliteit 2 en 3). Let erop dat een goede uierophanging vóór alleen maar mogelijk is met een goede ophanging achter. De koe moet daarvoor niet extra hoog zijn, maar een breed kruis hebben waar de uier goed onder kan;
- Fok niet eenzijdig op productie. Dat vermindert de weerstand en geeft bij het ouder worden meer druk op de uier;
- Controleer koeien met verhoogde kans door een niet optimale uiervorm en -ophanging regelmatig op UCD met behulp van een spiegel;
- Laat je bij een vermoeden van UCD door de dierenarts of het slachthuis informeren en wacht vooral niet te lang;
- Zorg voor een goede mineralenvoorziening aangezien tekorten een slechtere huidconditie tot gevolg kunnen hebben;
- Geef de koeien voldoende comfort en ruimte in de ligboxen zodat ook de uier voldoende ruimte krijgt;
- Zorg voor een goede en evenwichtige voeding zodat de weerstand voldoende hoog blijft.
Bronnen
- Scherpenzeel, C., N. Meertens en K. Peperkamp, 2020. Gecompliceerde Udder Cleft Dermatitis bij Nederlandse melkkoeien van verschillende bedrijven.
- Werven, T. van et al., 2018. A randomized clinical trial of topical treatments for mild and severe udder cleft dermatitis in Dutch dairy cows.
- Ekman, L. et al., 2017. Mild and severe udder cleft dermatitis – Prevalence and risk factors in Swedish dairy herds.
- Bouma, A. M. Nielen en E. van Soest, 2016. Longitudinal study of udder cleft dermatitis in 5 Dutch dairy cattle herds.
- Olde Riekerink, R.G.M et al., 2014. Prevalence, risk factors and a field scoring system for udder cleft dermatitis in Dutch dairy herds.
