Uit onderzoek is gebleken dat bij het uitstellen van de eerste inseminatie van 50 naar 125 dagen of naar 200 dagen, geen effect heeft op de melkproductie en de FPCM-productie in de eerste 305 dagen na afkalven. Bij zowel de vaarzen als de meerkalfs koeien. Later insemineren had geen effect op melkproductie per dag tussenkalftijd (TKT) bij vaarzen (inclusief droogstandsdagen). Meerkalfs koeien hadden een wat lagere FPCM per dag TKT bij insemineren op 200 dagen dan bij insemineren op 50 dagen en ze hadden een ruimere conditie in de laatste 3 maanden voor droogzetten en de eerste 6 weken van de volgende lactatie.
Gevolgen van het later insemineren voor de productie
Gevolgen bij vaarzen
Bij vaarzen, die van nature persistenter zijn dan oudere koeien, heeft het uitstellen van de eerste inseminatie en daarmee het verlengen van TKT geen effect op de melkproductie of FPCM per dag TKT of op de persistentie. Uit onderzoeken is wel gebleken dat ze dan in de tweede lactatie vaak een hogere productie realiseren. Nadeel is wel dat de vaarzen later beginnen aan de 2e lactaties waar de productie doorgaans al hoger ligt dan in de 1e lactatie. Voordeel is weer dat de vaarzen meer tijd krijgen om uit te ontwikkelen wat gunstig is voor de levensduur waardoor de gemiddelde productie (nog meer) stijgt.
Gevolgen bij meerkalfs koeien
Bij meerkalfs koeien heeft het uitstellen van de inseminatie tot 125 dagen geen effect op de productie van melk of FPCM. Bij 200 dagen lag de productie 2 tot 4 kg per dag TKT lager dan op 50 dagen insemineren. Mogelijk omdat meerkalfs koeien van zichzelf minder persistent zijn en omdat de productie daalt als de koe drachtig is. De gehalten zijn dan wel wat hoger maar de FPCM-productie is daarmee niet altijd hoger, blijkt uit onderzoek. Koeien die al op 50 dagen geïnsemineerd worden zakken wel al vrij vroeg iets terug in productie maar de piekproductie heeft hier een grotere invloed op de totale productie dan bij later insemineren.
Relatie met de tussenkalftijd
Als de productie wordt gemeten per dag TKT dan heeft een langere TKT in verhouding minder droogstandsdagen. Een iets lagere productie per TKT bij later insemineren hoeft dus niet direct een probleem te zijn, zeker niet als je de positieve effecten van minder afkalvingen op de gezondheid en levensduur meerekent. De lagere melkproductie bij droogzetten als gevolg van het later insemineren vermindert de risico’s voor de uiergezondheid maar verhoogt de kans op een wat ruimere conditie bij droogzetten en in het begin van de volgende lactatie. Met goed management in de periode rond droogzetten en voldoende beweging/uitloop tijdens de droogstand hoeft dat geen probleem te zijn.
Blijft de productie gelijk, dan is dat een economisch voordeel. Daarnaast zijn er bij een verlengde TKT minder inseminaties nodig en zijn de gezondheidskosten en voerkosten gemiddeld lager. Bovendien is er minder werk te doen rond afkalven en worden minder overbodige kalveren geboren. Bij een verlenging van de TKT met 80 dagen maar liefst 20% minder. Op bedrijfsniveau is dat 2uim 2% van de totale tijdbesteding (zie ook § 3.8).
Relatie met de persistentie
Er blijkt een relatie te zijn tussen de fokwaarde voor persistentie en de productie bij een langere TKT. Hoe persistenter de koe hoe beter de productie en hoe minder effect het uitstellen van de eerste inseminatie heeft op de uiteindelijke productie per dag TKT. Voor de praktijk kan fokken op persistentie een positieve bijdrage leveren aan behoud of verbetering van de productie bij uitstellen van de inseminatie. Indicatoren in de vroege lactatie zoals de hoogte van de piekproductie, het verloop van de conditie en gewicht en het terugvallen van de productie (mate van persistentie) kunnen gebruikt worden om in te schatten wanneer een koe het best geïnsemineerd kan worden. Met de fokkerij-aanpak en het juiste management kan de TKT flink worden verlengd met behoud van productie, minder jongvee een betere gezondheid en meer levensduur.
Tabel. Resultaten van een proef waarbij de eerste inseminatie is uitgesteld van 50 dagen naar 125 dagen of naar 200 dagen.

Bronnen
- https://www.wur.nl/nl/onderzoek-resultaten/kennisonline-onderzoeksprojecten-lvvn/kennisonline/lactatie-op-maat-1.htm
- Burgers, E.E.A. et al., 2021. Effects of extended voluntary waiting period from calving until first insemination on BCS, milk yield, and lactation persistency.
- Chen, J.A. et al., 2016. Effect of dry period length and dietary energy source on lactation curve characteristics over 2 subsequent lactations.
- Burgers, E.E.A. et al., 2021. Fertility and milk production om commercial dairy farms with customized lactation lengths.
- Extending lactation length: consequences for cow, calf, and farmer.
- Auldist, M.J. et al., 2007. Effects of Varying Lactation Length on Milk Production Capacity of Cows in Pasture-Based Dairying Systems
- E. Wall, E. , M. P. Coffey and G. E. Pollott , 2012. The effect of lactation length on greenhouse gas emissions from the national dairy herd
- Norman. H.D. et al., 2009. Genetic and environmental factors that affect gestation length in dairy cattle
- Sehested , J. et al., 2019. Review: extended lactation in dairy cattle
