Ruimte, beweging, lucht en licht zijn essentieel voor de ontwikkeling van jongvee. Daar kan weiden ruimschoots aan bijdragen. Weiden stimuleert de ontwikkeling van het skelet, de stofwisseling, de vruchtbaarheid, de spierontwikkeling en de opbouw van weerstand tegen specifieke ziektes. Bovendien leren de kalveren gras vreten en verwerken. Een aandachtspunt blijft een eventuele terugval als ze te vroeg of te weinig ontwikkeld de wei ingaan. Op welke leeftijd de kalveren exact geweid kunnen worden, is afhankelijk van de maand van geboorte en dus de leeftijd waarop ze oud en ontwikkeld genoeg zijn om geweid te worden. Weid de kalveren nooit voor 4 maanden leeftijd. Tot een leeftijd van ca. 7 maanden moeten ze, afhankelijk hun ontwikkeling en de kwaliteit van het gras, bijgevoerd worden. Zoals hiervoor aangegeven is een krachtvoergift tot uiterlijk 8 maanden noodzakelijk voor voldoende ontwikkeling. Weid de pinken zo mogelijk in drie groepen. Een groep van 4 tot 7 maanden, een groep van 7 maanden tot kort voor insemineren en een groep drachtige pinken. Op deze manier komen alle dieren in het seizoen tot weiden en kan beter ingespeeld worden op de voedingsbehoefte per groep.

Weiden van jongvee brengt levensduur
De relatie met de levensduur
In de weideprovincies is de levensduur gemiddeld een aantal maanden langer dan in de provincies waar niet wordt geweid. Soms wordt verondersteld dat het te maken heeft met het weiden van het jongvee, maar daar kunnen we op basis van onderzoek geen harde uitspraken over doen. Wel dat het bijdraagt aan het welzijn en de ontwikkeling, maar in hoeverre dat bijdraagt aan de levensduur is niet altijd even duidelijk. Natuurlijk heeft een pink die een goed ontwikkeld en soepel skelet heeft een betere locomotie, kan makkelijker afkalven, en kan een goed ontwikkeld maag-darmkanaal bijdragen aan de gezondheid, maar wat exact de relatie is met de levensduur is niet zonder meer duidelijk. Uit onderzoek komt naar voren dat het effect in de eerste lactatie met het ouder worden geleidelijk aan minder wordt. Er spelen meer factoren een rol en ook een koe die nooit buiten is geweest kan een 100-tonner worden. Er bestaat wel eensgezindheid over het feit dat voor het goed kunnen weiden van melkvee het weiden van jongvee belangrijk is.
De weideperiode vanaf 4 maanden tot een jaar of tot insemineren
De leeftijd in de eerste weideperiode is afhankelijk van de maand van geboorte en de maand dat de kalveren weer naar binnen moeten. In die periode van pakweg een half jaar, mag een kalf niet jonger zijn dan 4 maanden en niet ouder dan ca. 14 maanden. De periode valt dus geheel of gedeeltelijk samen met de pubertijdsfase (gemiddeld op negen maanden leeftijd). Dus moet er voldoende aandacht zijn voor voldoende groei en ontwikkeling. Op oudere leeftijd mag de groeisnelheid afnemen als ze maar zwaarder worden en in de juiste conditie blijven.

Weiden van het jongvee draagt bij aan de ontwikkeling en de vruchtbaarheid mits de dieren voldoende energie, eiwit en mineralen binnen krijgen.

Wil je jongvee vroeg weiden, zorg dan voor een goed aanbod van een goede kwaliteit gras en voer eventueel bij met krachtvoer en mineralen.
De weideperiode vanaf een jaar of insemineren tot 2 maanden voor kalven.
Bij het weiden van de drachtige pinken is het belangrijk om de voeropname op peil te houden omdat de groei anders te sterk terug valt. Die vlakt weliswaar af maar mag niet stilvallen. Er vindt anders vetafbraak plaats met leverschade tot gevolg. En dat heeft consequentie voor de rest van de productieve periode. De aandacht in de tweede weideperiode van het jongvee moet dus vooral uitgaan naar het beheersen van de voeding met uitsluitend ruwvoer en de controle op de eerste tochtigheid. De kwaliteit en de beschikbare hoeveelheid ras moeten op orde zijn.

Bij het weiden van de pinken blijft de conditie beter op het juiste niveau. Bovendien draagt het bij aan een betere ontwikkeling van skelet en spieren, meer afkalfgemak en uiteindelijk levert het melk en tijdwinst op.

Een slecht ontwikkelde pink op een leeftijd van ver boven de gangbare inseminatieleeftijd. Weiden van jongvee op een weide met onvoldoende gras van goede kwaliteit en zonder bijvoedering kan leiden tot een sterke vertraging in de groei en ontwikkeling.
Voorbeeld van een groeicurve van een praktijkbedrijf waarin te zien is dat bij de pinken die na insemineren worden geweid, de groei terugvalt. De oorzaak lag in onvoldoende aanbod van goed gras. Tijdelijk bijvoeren kan dat voorkomen. Op tijd de kalveren controleren is belangrijk. Het is niet nodig alle kalveren in de verschillende stadia te meten om een indicatie te krijgen van de groei en ontwikkeling. Periodiek een groepje dieren meten kan al een goed beeld geven en slecht ontwikkelde dieren vallen vaak wel op. Meten en/of wegen is een belangrijk managementinstrument voor de jongveeopfok.

Anadachtspunten en tips
- Zorg bij het weiden voor een goede overgang door eventueel de eerste weken bij te voeren. Zeker bij schraal grasland is bijvoeren noodzakelijk.
- Zorg voor voldoende mineralen, zeker bij weiden in natuur- of beheersgebieden met een schaars grasaanbod van een matige kwaliteit.
- Aanvulling van mineralen kan met likstenen, likemmers of krachtvoer. Likstenen bevatten vaak veel zout (NaCl) en nauwelijks mineralen en spoorelementen.
- Bolussen met specifieke elementen zijn niet optimaal omdat verdringing op kan treden van andere spoorelementen.
- Als het niet mogelijk is voldoende bij te sturen tijdens het weiden, dan kunnen de pinken beter worden opgestald.
- Weid de pinken na insemineren niet meer op etgroen, maar na het melkvee of op wat schraler grasland.
- In de laatste maanden van de dracht zal de aandacht meer moeten uitgaan naar de voeding en het kalven dan naar het weiden. Haal ze naar binnen.
- Als tochtdetectie in de weide lastig is, houd de kalveren dan rond de inseminatieleeftijd op stal.
- Laat jongvee een worminfectie doormaken om te voorkomen dat ze als melkgevende koe die geweid wordt nog een worminfectie krijgen.
- Goed weidegras heeft een uitstekende voederkwaliteit en kan, afhankelijk van grondsoort en bemesting, een bijdrage leveren aan de voorziening van mineralen en spoorelementen.
- Voer bij als de graskwaliteit onvoldoende is. Denk daarbij ook aan de opname van voldoende eiwit, mineralen en spoorelementen. Voer niet teveel maïs bij
om vervetting te voorkomen. - Weid op jong gras (etgroen of nieuw ingezaaid) met een relatief hoge voederwaarde.
- Weid niet langer dan twee weken op hetzelfde perceel.
- Beweging draagt bij aan sterker beenwerk, soepeler spieren en gewichten en een betere stofwisseling. Weid de kalveren daarom minimaal 6 weken achtereen.
- Bij krapte in de huisvesting voor jongvee kan met weiden “speelruimte” worden gecreëerd voor een specifieke leeftijdsgroep van het jongvee.
- Neem maatregelen tegen mogelijke besmetting met bijvoorbeeld coccidiose, longwormen, maag-darmwormen of leverbot.
- Controleer ook bij weiden de kalveren op gewicht en ontwikkeling voor insemineren.
- Kalveren jonger dan 9 maanden eind augustus opstallen, ouder dan 9 maanden eind september mits het weer het toelaat.
- Onderhoud het grasland goed, met name de waterafvoer in verband met het voorkomen van infecties (o.a. leverbot).
- Weiden op mogelijk besmette percelen vraagt om behandeling tegen een ernstige besmetting met longwormen en maag-darmwormen.
- Gebruik de parasietenwijzer voor de juiste bestrijding van longwormen en maag-darmwormen. De wijzer is te vinden op www.parasietenwijzer.nl
Bronnen:
- https://www.stichtingweidegang.nl/images/downloads/Brochure-Jongveeweiden.pdf
- https://www.gddiergezondheid.nl/nl/Diergezondheid/Management/Jongvee-en-weidegang
- https://jongveeweiden.nl/
- https://www.youtube.com/watch?v=texI3seTYHY
- Costa, J.H.C., et al, 2016. .Dairy heifers benefit from the presence of an experienced companion when learning how to graze
- Compton, C.W.R. et al., 2007. Risk Factors for Peripartum Mastitis in Pasture-Grazed Dairy Heifers
- Lopes, F et al., 2013. Assessment of heifer grazing experience on short-term adaptation to pasture and performance as lactating cows
- Macdonald, K.A. et al., 2005. Effect of Feeding Level Pre- and Post-Puberty and Body Weight at First Calving on Growth, Milk Production, and Fertility in Grazing Dairy Cows
